Onze nationale vogel, de grutto, heeft het moeilijk. De vraag is hoe landbouwgebied kan samengaan met meer biodiversiteit, zoals bij bloemen- en kruidenrijk grasland. Want daar kunnen naast vee ook bodemdiertjes, insecten en weidevogels goed gedijen. Alles hangt met elkaar samen: plantendiversiteit zorgt ook voor meer insecten ondergronds, wat weer meer vogels aantrekt. Een grote variatie aan weidevogels (bovengronds leven) geeft aan dat het ondergronds ook goed gaat.
Uit onderzoek blijkt dat de aantallen insecten in de natuur in 27 jaar met 76% zijn afgenomen (gemeten in 2021). Ook vogels die insecten eten hebben het zwaar. De laatste jaren zijn in Noordwest-Europa meer dan 400 miljoen vogels verdwenen. De afname van vogels (zoals de Grutto) en insecten zegt veel over de staat van de natuur.
Door intensieve landbouw en gebrek aan variatie is in Nederland een gebrek aan biodiversiteit ontstaan. Maar boeren produceren voedsel voor de verkoop, ze worden niet betaald om te zorgen voor biodiversiteit. De boeren moeten dus worden geholpen. De leerlingen van de brugklas gaan met verrekijkers op pad naar een weidegebied, tellen vogels en vogelsoorten, en werken op school ideeën uit om de biodiversiteit te verbeteren.